Saigon is vooral extreem druk, vol motorscooters en met een dikke laag smog. Om hier als voetganger over te steken is een ware uitdaging. Al snel krijgen we in de gaten dat je niet hoeft te wachten op een groen licht want het is toch altijd druk. Zebrapaden worden gezien als abstracte straatkunst zonder functionele waarde. Als je naar de andere kant van de straat wilt komen moet je dus maar gewoon beginnen te lopen en tussen de brommers door manoeuvreren... De tips die ons als kind gegeven werken hier niet, hier moeten we echt naar iedere kant kijken, links, rechts, voor en achter, overal komen brommers vandaan. En dan begin je langzaam in een constante stap naar de overkant te lopen. En niet stoppen of omdraaien, dan verwar je de brommerrijders. Als een zwerm vogels vliegen de knetterende brommertjes aan alle kanten aan je voorbij. Wonderbaarlijk hoe weinig ongelukken we hebben gezien. Tijdens een ontbijtje keken we uit op een druk kruispunt, waar het een keer mis ging tussen twee brommers, ze knallen op elkaar en schuiven over de straat. Na een korte woordenwisseling vervolgen beide brommers hun weg weer, en dat minder dan een minuut na de crash!
We maken er ook voor het eerst kennis met alle eettentjes op straat, de nightmarkets en vooral ook arme mensen.
Heel indrukwekkend was het oorlogsmuseum over de Vietnamoorlog (hier natuurlijk Amerikaanse oorlog genoemd) van de jaren '60 en begin jaren '70. Het deed ons pijn om te lezen en te zien wat de mensen hebben moeten doormaken en om de foto's te zien van de kinderen die nu nog steeds geboren worden met afwijkingen als gevolg van de Napalm en Agent Orange, een chemische plantenverdelger met hierin het zeer giftige dioxine. Zeker wanneer je 's avonds op straat deze mensen ziet bedelen beseffen we ons hoe goed wij het eigenlijk hebben.
Ik had een reis uitgestippeld met de trein om zo ook echt wat van Vietnam mee te krijgen en ik moet zeggen dat was inderdaad ook echt! Vanuit Ho Chi Minh gingen we naar Phan Thiet, zo'n 4 uur met de trein. Achteraf gezien was dit de beste trein waar we in hebben mogen zitten in die 2 weken, want de treinen daarna werden met de keer smeriger, ouder en voller. Tezamen met heel veel Vietnamezen werden we in de treinen gestopt en hoewel je een kaartje voor een bepaalde stoel kocht, zat daar eigenlijk altijd al iemand. Onze bagage was nog weinig ten opzichte van wat de gemiddelde Vietnamees mee had gebracht (ze leken hun hele huis te hebben ingepakt) en al met al waren de treinen dus heerlijk vol.
Bram nam het me zeker gedurende de 9 uur durende treinreis niet helemaal in dank af dat ik voor het lokale openbaar vervoer had gekozen. Om een sfeerimpressie te geven: de ramen waren zo geel en donker alsof ze al 10 jaar niet meer gewassen waren, de gordijnen minimaal net zo lang niet, de wc's waren een gat in de grond en daarbovenop kwamen ze om de vijf minuten langs met een ietwat onhygiënische kar met eten dat niet al te lekker rook.
De eerste trein... |
... en een trein later... |
Rijstvelden zien we veel tijdens het reizen, Vietnam is sinds vorig jaar het grootste rijstexportland ter wereld. Thailand staat nu op twee. |
Om het land op allerlei manieren te leren kennen had ik 2-sterren hotels geboekt, maar af en toe ook een 4-sterren hotel. We leren al snel dat 2 sterren veelal staat voor heel veel beestjes op je kamer (en ook in je bed) en lekkende airco's. De 4-sterren hotels gingen ons stukken beter af... In Phan Thiet hadden we een tweetal daagjes resort aan zee geboekt en na een uiterst vriendelijke man bij de receptie die ons een upgrade gaf naar een privé villa konden we daar even genieten van het 'rijke' leven en bijkomen van de nachten met beestjes daarvoor.
Een uiterst grote luxe villa voor ons tweetjes... |
We merken dat Vietnam socialistisch communistisch is. Veel mensen werken in dienst van de overheid. In de treincoupé waren regelmatig maar liefst 10 soort van conducteurs tegelijk te vinden, elk met zijn eigen taak. Toch wordt ook er veel gehandeld, veel mensen zijn voor zichzelf bezig en hebben een klein winkeltje of verkopen dingen op straat.
Ze zijn hier vriendelijk en in delen met anderen zijn Vietnamezen ook beter in dan ons, het is geen probleem om in de trein jouw doos met spullen bij iemand anders neer te schuiven als er bij jezelf geen plaats meer is.
De afgelopen dagen hebben we doorgebracht in Hoi An en Hué. We hebben de lokale toeristische attracties bezocht en rondgelopen over de markten. Eten van de straattentjes hebben we niet echt gedaan aangezien het er vaak niet heel appetijtelijk uit zag. Toch wel verbazingwekkend wat ze allemaal verkopen (en dit ook allemaal per scooter of te voet naar de markt komen brengen) en op wat voor manieren ze het vaak ter plaatse klaarmaken (de vis werd met een bijl en stuk hout doormidden geslagen).
Dan nog even een paar aparte dingen die ons opvielen:
- Mensen spreken vaak geen Engels en kennen alleen enkele fonetische woorden. Toch krijgen ze hun waar aan de man. Ze proberen je bijvoorbeeld in hun boot te krijgen voor een rondvaart door te roepen: Mootoowboo?
- Ook hond wordt hier gegeten. We liepen op straat en daar had iemand een hond in vijf grote stukken gesneden en tentoongesteld voor de verkoop aan het langsrijdende verkeer.
- Wildplassen is hier heel normaal. Naast de normale burger staat ook de wacht van de Verboden Stad gewoon tegen de stadsmuur aan te plassen.
- De hygiëne laat vaak te wensen over, maar de lokale verkopers maken er af en toe ook stiekem wel een potje van. We zagen een vrouw die een soort van donuts zat te verkopen en net toen ik naar haar keek nieste zij vol over de donuts heen, zonder ook maar de moeite te nemen om de hand voor de mond te houden. Toen ik heel hard in de lach schoot, begon zij maar ook de twee andere verkopers hard te lachen. Ik denk dat de donuts gewoon weer verkocht werden aan de volgende toerist...
- Op de scooter kunnen de Vietnamezen werkelijk alles vervoeren. We zagen complete houten kleerkasten voorbij komen, 5 personen op 1 scooter, halve huishoudens en zelfs goudvissen:
Morgen vliegen we naar Thailand. Ondertussen is de noodtoestand uitgeroepen in Bangkok en daarom hebben we ervoor gekozen om deze mooie stad helaas toch maar even over te slaan en gaan dus direct door naar het Noorden. Hopelijk wordt Thailand net zo'n mooie ervaring als Vietnam, want Vietnam is zeker het bezoeken waard!